Pagina's

dinsdag 12 april 2016

Derde brief aan Jan Bogerd (dinsdag 12 april)


beste Jan,

Ik las je blog van afgelopen weekend. Naar aanleiding daarvan een paar dingen.

Om te beginnen
geloof ik best dat het verhaal in het NRC H'blad van die gratificatie niet of niet helemaal klopt. Ook geloof ik wel dat het verhaal van die vereiste vijf procent onvoldoende beoordeling anders en/of genuanceerder ligt. Ik heb geen idee waar die verhalen vandaan komen. In ieder geval niet van mij. Ik weet daar niks van en op mijn vraag aan de journalisten van het NRC naar de brief waarmee het artikel opent, heb ik nog steeds geen antwoord gekregen.

Maar deze twee zaken zijn in mijn ogen ook niet zo belangrijk. Als ze waar zouden zijn, was Leiden pas echt in last - alhoewel ik eerlijk gezegd wel schrik van de mails die ik krijg, helaas veelal anoniem en zonder bewijzen maar toch: wat is er veel verdriet, woede, onbegrip. Nee, zoals jijzelf vanaf de derde paragraaf van je blog ook erkent, ging en gaat het uiteindelijk om iets anders, geen anekdotes zoals bovenstaande maar een structuur, een gevoel, iets wat moeilijker aanwijsbaar maar juist daarom ook zoveel belangrijker is. Laat ik het hard zeggen: Jan, there is something rotten in the state. Gelukkig erken je dat ook, je gaat zelfs zover dat je excuses aanbiedt voor het feit dat je 'het onderliggende sentiment' (jouw woorden) onvoldoende recht hebt gedaan. Ik citeer:
'Na een paar dagen realiseerde ik me dat onze communicatie hierbij niet altijd even gelukkig is geweest. We wilden een ferm standpunt innemen ten aanzien van onjuistheden en onvolledigheden die door het NRC geuit werden (en mogelijk door andere media zouden worden overgenomen). Daarmee deden we onvoldoende recht aan de beleving in onze organisatie. Dat spijt me.'
Het is mooi dat je dit zegt maar ik hoop dat je kunt begrijpen dat ik daarbij een lichte glimlach niet kan onderdrukken. Dit om een paar redenen. 
  1. woorden zijn eenvoudig. We leven in een sorrycultuur. Dat sorry impliceert vaak precies het tegenovergestelde. ‘Ik heb toch sorry gezegd?’ Over tot de orde van de dag.
  2. woorden zijn niets zonder daden. Eerst zien – die daden, bedoel ik -, dan geloven.
  3. en tot slot is het simpelweg niet waar – over juist- en onjuistheden gesproken – dat ‘mensen’ her en der niet aan bellen hebben getrokken. Laat ik het niet over mezelf hebben, zie de stukken op mijn blog, maar laat ik citeren uit een van de vele mails die me in afgelopen dagen bereikten. Deze is van maandagmiddag en afkomstig van een niet-anonieme gewezen medewerker. 
'Ik heb Jan Bogerd een aantal keren gemaild over de ziekelijke effecten van alsmaar verdergaande centralisering en gepleit voor een menselijk beleid. Fouten maken kan, maar zeggen 'ze hebben me ook niks verteld' is gewoon valse informatie verstrekken.’ 
Trouwens, zie ook hier, een stuk in het Onderwijsblad van meer dan een jaar geleden, met precies dezelfde strekking als het NRC-verhaal en zelfs het woord 'pakkenmannen'.

Je schrijft dat je wilt dat we elkaar recht in de ogen kijken en blijven kijken. Deze zin neem ik serieus en daarom ben ik ook geen moment, zoals zovelen in mijn omgeving me steeds weer vragen, bang voor mijn baan. Gisteren nog, een collega: 'ik ben het helemaal met je eens, ik zal je steunen maar nooit openlijk, dat durf ik niet' (ze is alleenstaand en heeft kinderen, in een wereld met zoveel angst willen we toch niet leven, Jan, mijn hemel). Maar vanwege diezelfde zin ook ben ik ongelukkig met de wijze waarop jullie deze ‘crisis’ aanpakken en kom ik niet naar jullie ‘openhartige gesprekken’. De reden is dat ik heel vaak aan de sterke kant van de microfoon heb gezeten en weet dat je op die plek altijd aan het langste eind trekt. Dat mensen jullie in die gesprekken, zoals je schrijft, steunen (als het al waar is) verbaast me dan ook niet. Wat moeten ze anders? De setting is dusdanig dat andere opties uitgesloten zijn. Vrij naar Mcluhan: The setting makes the message.

Nee, een werkelijke oplossing begint met de durf de regie uit handen te geven en gesprekken te voeren die niet door jullie en jullie communicatie-medewerkers maar door onafhankelijke derden geregeld worden. In die gesprekken hebben jullie net zo veel en net zo weinig in te brengen als iedereen. Als je serieus spijt hebt van wat gebeurd is en serieus meent dat je te snel voorbij bent gegaan aan ‘de beleving in onze organisatie’, dan moet je buigen en de inventarisatie van die beleving aan anderen overlaten. Dat bergt een risico in zich, dat besef ik. Maar de huidige aanpak bergt ook een risico in zich – en biedt bovendien weinig perspectief op verandering. 

Jij zegt dat je trots bent op onze hogeschool. Ik zou datzelfde niet durven beweren om de simpele reden dat ik ‘de' hogeschool niet overzie. Maar ik ken wel de faculteit waar ik werk, ik houd van mijn vak, mijn studenten en collega’s en ik heb zowel concrete als algemene ideeën over hoe een en ander beter kan zonder dat er nog meer rot in de staat sluipt, zonder ook dat de hele boel in chaos ontaardt. 

Om deze reden doe ik hierbij dan ook een open sollicitatie naar de functie van, jawel, lastpost. En dat is geen grapVerre van. Voor zover ik weet hebben jullie alle ombudsmannen successievelijk om zeep geholpen en zit er nu alleen nog een soort interim. Ik wil deze persoon graag steunen c.q. deels of geheel vervangen maar dan wel vanuit een wat ander perspectief dan het gebruikelijke - vandaar dat democratische & journalistieke begrip 'lastpost', volgens mij is er in deze tijden van protocolitis zelfs behoefte aan een Lastpost des Vaderlands: ik wil me niet alleen bekommeren om wat anderen aandragen maar ook zelf op zoek gaan naar gekwetste gevoelens, overduidelijke weeffouten en andere dingen die in jouw woorden ‘mis’ zijn gegaan; ik wil jullie tegenspreken, niet met het doel om rotzooi te trappen maar om de zaak beter te maken.

De details van de functie kunnen we bespreken. Het moment van ingang eveneens. Op dit moment ben ik eigenlijk niet beschikbaar, de studenten gaan voor, altijd. Maar wellicht heb ik binnenkort meer tijd,  vanaf september is dat in ieder geval zo. En voor het geval je vanwege allerlei ontslagpremies, wachtgelden, afvloeiingsregelingen, heidagen, bonussen en andere bijzondere uitgaven ter meerdere glorie van de glorieuzen een beetje krap zit, voor het functie-conforme salaris (ik moet tenslotte op niveau kunnen praten, zeker met jullie) vinden we wel een oplossing, wat mij betreft steken we de meerwaarde gewoon in de gevonden oplossingen. 

als altijd met vriendelijke groet, 

Chris van der Heijden

p.s. gisteren neusden meer dan 600 mensen op dit blog, dat zegt toch wel iets & op de dag van publicatie was deze brief om 16.00 u door 400 mensen gelezen. Ook dat zegt iets, wat dat mag jij zeggen.

p.s. 2

Zo mag je de door mij voorgestelde functie overigens ook noemen, dat is ook vrolijker: geen lastpost maar een Chief Happiness Officer