Pagina's

donderdag 29 september 2016

Mentale scheet bij Amsterdam cs

Leuk bedacht, niet goed nagedacht.
Regels zonder mogelijkheid tot handhaving zijn mentale scheten

donderdag 15 september 2016

Grabbelariteyt of: het klopt gewoon niet

Eerlijk gezegd loop ik al twee dagen na te denken over het feit dat Geri Bonhof bij haar afscheid vorig jaar een jaarsalaris meenam en dat dit voorgesteld werd als een vorm van edelmoedigheid. Ze had immers recht op anderhalf jaar. Zou ik rustig kunnen slapen als ik in haar pyjama lag?

dinsdag 13 september 2016

Nou breekt mijn klomp: 182.900 afscheidspremie voor Geri Bonhof

Begrijp er niets meer van, echt niets.
Gaf gisteren les onderzoeksjournalistiek aan een groep universitaire studenten. Vertelde over Watergate, Lockheed, Bonnetjesaffaire, misbruik katholieke kerk en ander maatschappelijk gedoe waarbij journalisten betrokken waren. Vertelde ook dat onderzoeksjournalistiek in de jaren '80 en '90 van de vorige eeuw uit de gratie was geraakt maar tegenwoordig weer 'in' is - en waarom dat zo is. Ook vertelde ik hoe belangrijk onderzoeksjournalistiek is voor de open samenleving. Terwijl ik dit deed zag ik op mijn laptop een bericht binnenkomen. Het was 12.03 u om precies te zijn. Ik bekeek het eerst met een scheef, toen met een, vervolgens twee rechte ogen, legde uiteindelijk de les stil en las:
Beste collega, Fijn dat je doorgaat met diverse zaken aan de kaak te stellen binnen de HU [ik had die ochtend net een overzicht gestuurd van enkele nieuwe berichten die ik afgelopen weekend op dit blog had gezet]. Mij kwam in de zomervakantie ter ore dat Mevr. Bonhof 182.000 euro had meegekregen bij haar vertrek. Waarom eigenlijk?

zondag 11 september 2016

Daar zijn we weer... Met een dilemma

Nee, protocolitis is nog niet dood. Verre van eigenlijk. Het was zomer, ik had er even geen zin meer in, ben niet bepaald optimistisch over het effect van een blog als dit - of welk ander verzet tegen de huidige regeltjeswaanzin dan ook. Maar opgeven is geen optie.
Doorgaan brengt wel een dilemma met zich mee. Dat is niet zozeer dat ik er welhaast zeker van ben dat ik de strijd niet kan winnen als wel dat ik het plezier van het groeiend aantal jonge collega's niet wil vergallen. In feite is mijn boodschap dat ze een prachtige baan hebben in een slechte organisatie en dat de kans dat die organisatie binnen afzienbare tijd zal verbeteren, niet groot is. Dat is geen vrolijke boodschap. Moet ik hem daarom maar inslikken? Of moet ik hem juist extra luid verkondigen in de hoop dat...
Ingewikkeld.
Dit dilemma ligt in dezelfde lijn als het verwijt

De examencommissie(s)... pfff

Eigenlijk begonnen mijn ergernis over de oprukkende protocolitis in het onderwijs met de examencommissie. Dat is nu alweer meer dan twee jaar geleden. Ik schreef daarover onder meer in De Groene Amsterdammer, Trajectum, Villamedia en elders. Enkele van die stukken staan ook op dit blog. Sindsdien heb ik in het openbaar over de EC mijn mond gehouden. Mijn kritiek leverde te veel gezeur, boze gezichten en geruzie op. Rustig tussen de EC en mij werd het echter niet, niet in concreto en niet in abstracto. Ik bedoel: er waren voortdurend aanvarinkjes en mijn theoretische weerzin tegen de 'filosofie' van de zittende EC('s), althans aan de FCJ, groeide met de dag. Een mailtje van een student enkele dagen geleden, het is nu begin september 2016, maakt dat ik denk dat het tijd wordt een en ander opnieuw op te schrijven.

Niettemin wil ik voorop stellen dat ik een groot voorstander ben van een examencommissie. Zo'n commissie is nodig omdat controle nodig is, omdat zij iedereen scherp houdt en omdat er in het verleden ('Inhollandsyndroom') dingen gebeurd zijn die nooit hadden mogen gebeuren en niet nogmaals mogen gebeuren. Mede ter voorkoming daarvan is de EC. Een EC is dus goed. Maar...

1. Voorbeelden en concrete gevallen
  1. Ik schaam me 
  2. Bestolen, geen examen
  3. Niet de schuld, wel de straf
2. Vertrouwen versus wantrouwen
3. Wie controleert de controleurs?

(klik op de link voor meer)

Vertrouwen of wantrouwen. Waar ligt de klemtoon?

Een refrein van dit blog is dat de protocollenziekte ofwel protocolitis niet alleen het onderwijs geïnfecteerd heeft. Heel de samenleving is er van doordrongen. Vandaar hier eerst een voorbeeld uit een andere sector.

Vorig voorjaar kwam een groot aantal huisartsen in verzet tegen de toenemende zorgbureaucratie. Zij verenigden zich onder de noemer ‘het roer gaat om’ en kregen in zeer korte tijd de steun van zo’n achtduizend (van de ca. 8700) collega’s. Hierop publiceerde men in oktober van hetzelfde jaar (2015) in samenwerking met onder meer zorgverzekeraars, toezichthouders en overheid (die het dus blijkbaar met de huisartsen eens waren) onder precies deze titel een schrijven. Daarin werd gesproken van vermindering van administratieve belasting en afschaffing van zowel regels als formulieren. Tegelijkertijd werd gesteld dat ‘administratieve verplichtingen tot op zekere hoogte onvermijdelijk’ zijn en bijdragen aan een betere zorg.

Het is ’t dilemma in een notendop:

Examencommissiegedoe 1: Ik schaam me

Onderstaande schreef ik in sept. 2015 n.a.v. gedoe rond een negatief studieadvies aan mijn dochter. Ik publiceerde het niet. Te dichtbij. Nu kan publicatie wel, denk ik. 

Er hoort overigens wel een naschrift bij dit stukje, namelijk dat mijn dochter eind oktober 2015 alsnog te horen kreeg dat het negatief studieadvies ingetrokken was en dat zij verder mocht studeren. Over de achtergrond van deze plotselinge verandering van inzicht bij de EC wil ik het hier niet hebben, te ingewikkeld. Mijn dochter was toen echter al zo gemangeld, bovendien was het jaar al zo ver gevorderd dat ze er de moed niet toe had. Ze gaat de studie nu dit jaar (2016-17) vervolgen. Pijnlijk was ook nog dat zij door al dat intrekken en weer toestaan een boete kreeg van DUO, o.m. vanwege de OV-kaart. Het maakte dat ik me nog meer schaam. We zijn zo onzorgvuldig met de jonge mensen die aan ons zijn toevertrouwd. Als het je eigen dochter betreft, voel je dat tot in je botten.  
-----------------------------------------------------------------------------------------------------
Mijn jongste dochter is mijn pijnappel. Op school wilde ze niet echt vooruit. In haar puberteit deed ze ongeveer alles wat je als vader liever zou willen voorkomen. Met hangen en wurgen maakte ze uiteindelijk een MBO-opleiding af. Daarna ging ze een tijd ‘in de paarden’. Daar is ze goed in. Maar bevredigen deed het haar niet. Ze was ondertussen 22, een mooie, jonge, woelige vrouw die de gekke haren van de jonge jaren stukje bij beetje afgeknipt had. Ze wilde meer. Dat maakte me vrolijk. Dat was ook wat ik haar altijd had voorgehouden. Wil meer. Doe. Niet bij de pakken neerzitten. Uiteindelijk besloot ze een opleiding te volgen aan dezelfde faculteit waar ik werkzaam ben, die van Communicatie en Journalistiek aan de Hogeschool van Utrecht. Ik vond het wel lastig, mijn dochter zo dichtbij. Maar ook leuk.

Examencommissiegedoe 2: Bestolen, dan geen examen

Begin juli 2016 kreeg ik via de mail het volgende bericht. Ik citeer:
Student is beroofd van onder meer haar legitimatiebewijs. Zij heeft bewijs van aangifte beroving en ook van gedane hernieuwde aanvraag voor paspoort. Ondanks deze documenten wordt zij niet toegelaten tot het tentamen (en de overige toetsen die week). De slb’er die verklaarde dat deze studente al drie jaar op hier op school zit en is wie ze is, kreeg niets voor elkaar.
“Oplossing” die wordt geboden: vraag via examencommissie extra toetsen aan in periode E….
De gedachte achter deze regeling is mij helder (voorkomen van fraude) maar als er geen sprake is van fraude maar overmacht, dan zou het plezierig zijn als er iemand (examencommissie?) een uitzondering mag maken op de OER.
Volgens mij is er ook sprake van rechtsongelijkheid, want ….

Examencommissiegedoe 3: Niet de schuld, wel de straf


Onderstaande in een dwaas verhaal. Kort samengevat: student maakt in groepje van drie een opdracht. Omdat die groepjes meestal uit twee personen bestaan maar in dit geval (oneven aantal in de klas) uit drie vergeet de docent het derde cijfer in te voeren. Student merkt het niet. Vak heeft op haar studieoverzicht geen vermelding, geen NA of NVD (niet aanwezig, niet voldaan) zoals zou moeten. Er staat gewoon niets (zie hieronder, bij Opdracht). Administratief of computertechnisch is er dus iets fout gegaan. Als de student twee jaar later wil afstuderen en de fout bemerkt, is het antwoord van de EC: helaas pindakaas. En dat terwijl er bewijzen te over zijn: ontbreken vak op lijst, inschrijving vak, eindproduct, verklaringen andere studenten, mails enz Je hebt als student een paar weken om te reageren, doe je dat niet, aldus de EC, dan... jammer. 




ik citeer uit het schrijven van de student:

Begin juni kwam ik erachter dat een cijfer van een tweedejaarsvak niet goed is doorgevoerd in mijn studievoortgangsoverzicht. In periode D van 2014 heb ik onderdeel 'Heikele Kwestie', de opdracht van de cursus Politiek en Recht met een 8,8 afgesloten.

Examencommissie. Wie controleert de controleurs?

Regelmatig ben ik in aanvaring geweest met de Examencommissie. Dat ging zover dat deze commissie een paar keer geprobeerd heeft mij mijn examinatorschap te ontnemen dan wel te laten berispen. Dat is niet gelukt - nog niet. Naar aanleiding hiervan heb ik veel geschreven, ook brieven die ik hier niet wil citeren omdat er veel namen instaan en onvermijdelijk lijken alsof ik iemand die ondertussen opgestapt is een trap na wil geven. Dat doe ik niet, mijn eer te na.

In een van die brieven stelde ik de volgende drie vragen:

1. Hoe liggen de verhoudingen tussen management, EC en docenten, waar liggen de rechten en plichten, wie controleert de EC?
2. Wat zijn de criteria voor (goed) examinatorschap – criteria dus op basis waarvan iemand al dan niet aangesteld wordt?
3. Wat zijn de criteria voor (goede) toetsen & wie gaat daar uiteindelijk over? Heeft de EC het recht zich met de inhoud te bemoeien of gaat zij enkel over de vorm?

Ik meende en meen dat de antwoorden op deze vragen niet van de EC maar van het management moet komen. Ik heb ze nooit gekregen. Iedereen noemde zichzelf haas. Ondertussen heb ik nogal wat research verricht naar de verwikkelingen rond de EC en eigenlijk is iedereen het er wel over eens dat de positie van deze commissie een dwaze is. Laat ik om te beginnen een citaat geven uit een stuk dat in 2014 gepubliceerd werd door het CITO, als hoofdstuk in een boek over toetsen in het hoger onderwijs:
De examencommissie lijkt daarmee een Fremdkörper in de organisatie en, hoewel ze wel gebonden is aan de regels van de instelling zoals deze bij de benoeming zijn afgesproken, lijkt ze oncontroleerbaar. Dit is een merkwaardige situatie die mogelijk tot problemen zou kunnen leiden als een examencommissie een geheel eigen lijn zou volgen bij een belangrijke beslissing. Jurisprudentie is er op dit punt nog niet. Examencommissie en bestuur zijn, zoals het er naar uit ziet, gebonden om er in overleg samen uit te komen. Een examencommissie(lid) uit zijn functie zetten, is een maatregel die alleen onder extreme omstandigheden zal voorkomen.

(wordt vervolgd)

donderdag 8 september 2016

Aantekeningen bij Bureaucratie is een inktvis

klik voor interview
In april j.l. kreeg Rene ten Bos de Socratesbeker voor het meest oorspronkelijke, prikkelende enz filosofieboek van 2015. Onderwerp, dat is echt geen toeval: bureaucratie. Titel: Bureaucratie is een inktvis. Centrale stelling: bureaucratie is overal, wij zijn bureaucratie, we willen haar niet maar we kunnen niet zonder. In zijn woorden:
In weerwil van zijn geheimzinnigheid – en dit is precies het wonderlijke van de these die ik hier zal verdedigen – luisteren we tegenwoordig allemaal naar secretarissen, kanseliers en klerken. Het maakt niet uit of we voor onszelf werken, in dienstverband werken of helemaal niet werken – onvermijdelijk dringt de schrijfkamer zich aan ons op. Natuurlijk, we verachten hen – het gaat uiteindelijk om inktschijters – maar we kunnen ze niet weggummen of wegspoelen uit ons leven. Ze zijn net zo onuitwisbaar als Oost-Indische inkt.
Waarom inktvis?

woensdag 7 september 2016

Vrienden tegen de verstopping


Eigenlijk vertelt dit blog niets nieuws. Het concentreert of concentreerde zich op de Hogeschool Utrecht maar wat daar gebeurt, gebeurt elders ook. Nederland is een fantastisch land, we zijn schatrijk, op zo goed als alle gebied (behalve dan het klimaat maar ja, dat hebben we niet in de hand) is Nederland een van de betere landen ter wereld.

En toch...

Nederland is verstopt. We hebben het zelf gedaan. Alom wordt hiertegen geageerd maar niets helpt, Integendeel. De verstopping gaat van erger naar erger naar erger. En dat ondanks de vele personen en organisaties die hiertegen te hoop lopen. Zoals:
  • Actal, een Adviescollege Toetsing Regeldruk, ingesteld in 2000
  • de Kafkabrigade, opgericht om overbodige en disfunctionele bureaucratie op te sporen en aan te pakken
  • Vitale Lokale Samenlevingen, het initiatief, de eigen kracht en het vermogen van personen en groepen de ruimte te geven en te stimuleren; en de onderhavige maatschappelijke functies en de instellingen weer onderdeel te maken van de leefwereld.
  • Beroepseer, Hoe kunnen we de trots en daarmee de kwaliteit in ons werk terugkrijgen? Dat is de centrale vraag die de Stichting BeroepsEer op de maatschappelijke en politieke agenda wil krijgen.
  • Nieuworganiseren.nu, In het verleden heeft de mens grote bureaucratieën gebouwd, die efficiënt waren om zoveel mogelijk standaard taken in zo kort mogelijke tijd uit te voeren. Door de komst van computer, mobiele telefoon en internet zijn de meeste van deze taken geautomatiseerd of verplaatst naar lagelonenlanden. Willen organisaties in deze nieuwe tijd overleven, dan zullen ze de creativiteit en inbreng van alle betrokkenen moeten weten te mobiliseren. Daarvoor zijn andere organisatievormen nodig, die ruimte bieden voor eigen initiatief, die vakmanschap erkennen en waarderen en die mensen ondersteunen in plaats van beperken.
  • Verdraaide organisaties, Het dominante verhaal in de organisatie wordt die van de systeemwereld. En de mindset van mensen in die organisatie wordt meer en meer naar die systeemwereld gericht. Waar een uitvoerende medewerker ooit het vak in is gegaan vanuit interesse in het helpen van mensen die dat nodig hebben, wordt hij nu verleid om zijn interesse beetje bij beetje te verleggen van de klant naar het interne systeem en naar alle afspraken die gemaakt zijn.