Pagina's

maandag 19 februari 2018

Ik stop ermee! Een indrukwekkende brief van een kleuterjuf

De brief van Erica Ritzema is alweer vijf jaar oud maar heeft nog niets van zijn actualiteit verloren - ook niet voor docenten in het hoger onderwijs. Voor de volledige brief, zie hier. En voor mee info en kader, hier. En ook: Zwartboek Keuters in de knelHieronder enkele citaten uit de brief:

Na 38 jaar lang les te hebben gegeven op een basisschool in Tilburg, waarvan negenentwintig jaar aan kleuters, heb ik besloten aan het eind van dit schooljaar mijn werkzaamheden te gaan beëindigen. Ik kan en wil mij niet conformeren aan de huidige vorm van onderwijs, die mij zo dwingend wordt opgelegd.

Nu ben ik beland in een periode, waarin de kleuters de leerstof van groep drie krijgen voorgeschoteld en de resultaten moeten worden geregistreerd in een observatiemodel dat is voortgekomen uit de orthopedagogiek [alsof er alleen nog maar kinderen met afwijkingen zouden bestaan].

Kinderen zijn gereduceerd tot vaatjes, waarin ik dagelijks van bovenaf opgelegde informatie moet stoppen en daarnaast dien ik onmiddellijk de korte termijn resultaten te registreren. Alle accenten liggen op het cognitieve vlak, waarbij de mathematische en linguïstische onderdelen verreweg het zwaarst vertegenwoordigd zijn. Alles draait om snelle winst, opbrengstgericht werken wordt dat genoemd, just for profit, not for people.


Er bestaat in de huidige klassensituatie voor mij zelden nog de mogelijkheid om uit te gaan van de belevingswereld van kinderen en de kinderen wordt niet eens meer de gelegenheid geboden de nieuw ontdekte buitenwereld mee naar binnen te brengen, want ik dien vanuit de methode “Kleuterplein” te werken. De lesstof wordt van bovenaf bepaald, sluit niet meer aan en boeit daardoor vaak niet. De lessen zijn puur resultaat- en niet kindgericht.

De identiteit van kleuters wordt door deze vorm van lesgeven meer dan ontkend, de kleuter in Nederland is zijn identiteit verloren en mag helemaal geen echte kleuter meer zijn, want wij gaan voorbij aan deze unieke levensfase, waarin wereldverkenning, verwondering, beleving en zintuiglijke waarneming centraal zouden moeten staan.

Wij zijn de kweekvijver van een neurotische, egocentrische samenleving en daar wens ik niet aan mee te werken.

Tevens zorgt het feit dat onderwijsvernieuwingen als projectielen op ons worden afgevuurd, zonder de tijd om ze zorgvuldig te kunnen implementeren, voor de nodige frustraties. Ik constateer dat ook mijn collega’s balanceren op het randje van overspannenheid en dat hun het plezier in het lesgeven, door alle contemporaine eisen in het huidige onderwijsbeleid, wordt ontnomen.

Daarnaast wordt op deze wijze ook nog eens een latente burgerlijke ongehoorzaamheid gecreëerd, omdat onmogelijk aan alle eisen kan worden voldaan. Het weten, dat bij alle activiteiten onzorgvuldigheid de boventoon voert, omdat ook het onmogelijke, in onvoldoende mate, helaas direct gedaan moet worden, brengt ook veel frustraties met zich mee.

Resumé: iedereen werkt zich te pletter, maar niemand houdt daar nog een voldaan gevoel aan over. Het werk is n.l. nooit af en de kans om de zorgvuldigheid te betrachten, waar ieder kind recht op heeft, wordt ons ontnomen door het enorme aan ons opgelegde pakket aan eisen. Na gedane arbeid is het niet meer goed rusten in het hedendaagse onderwijs.

Ook het contact tussen de teamleden heeft onder deze werkdruk vreselijk te lijden. Wij hebben op onze school een geweldig team, maar de momenten waarop je met collegae van gedachten kunt wisselen zijn spaarzaam geworden. Zij zijn door hun drukke werkzaamheden slechts passanten, die je in de gang groet. Indien een van de collega’s een zware periode doormaakt, maakt hij/zij dat kenbaar via de mail, omdat er te weinig gelegenheid is voor een persoonlijk gesprek. Het sociale aspect is verschraald door de werkdruk. Ooit vielen ouders bij het binnenkomen als een blok voor onze school, zonder enig methodisch achtergrondverhaal te hebben aangehoord, omdat ze vonden dat ze in een warme, blije sfeer stapten waarvan ze hun kind graag deel wilden laten zijn.

Ik kan alleen maar constateren dat ik vaak het dubbele aantal uren werk van mijn wettige aanstelling en daarin voornamelijk met secundaire zaken bezig ben om aan de buitenkant te voldoen, in plaats van dat ik [in een tijd waarin de behoefte aan een warme, veilige plek voor kinderen alleen maar groter is geworden] bezig ben met de ontwikkeling en het welzijn van de kinderen in mijn groep en daar pas ik voor. Neem daarnaast ook nog de cabareteske plannen op het gebied van passend onderwijs en zorg op maat. Wat een giller, we zijn er nooit verder van verwijderd geweest en die afstand groeit nog steeds!

De kleuter in Nederland heeft zijn bestaansrecht verloren. Ik geef de strijd op.