Pagina's

dinsdag 13 februari 2018

Bij het afscheid van Remko van Broekhoven

Utrecht 12-2-2018

Remko, jouw opstappen bij de SVJ is geen toeval. Het is een zoveelste teken aan de wand. Welke wand, dat is eigenlijk het enige dat ik me nu even afvragen wil. Dus geen lofuitingen, geen persoonlijke anekdotes, dat doen anderen, gewoon één vraag: wat is er in afgelopen tijd gebeurd dat er zoveel onvrede is, overigens niet alleen op de SVJ maar in heel, ook het hoger onderwijs.

Het zal je niet verbazen dat het eerste antwoord dat ik geneigd ben op deze vraag te geven is: regels. We hebben simpelweg onszelf collectief in een keurslijf gedwongen, laten dwingen en nu het te laat is, schreeuwen we moord en brand. Terecht, dat schreeuwen maar het is voorlopig wel te laat. We hadden het nooit zover mogen laten komen.


Maar wat is dat keurslijf dan, wat zijn die ‘regels’? Ik heb daar in afgelopen jaren veel over nagedacht en ik denk dat het juiste antwoord van filosofische aard is: regels zijn een extreme uiting van de fundamentele en oeroude verwarring - denk alleen maar aan Plato’s Grot - van beeld en werkelijkheid.

Laat ik een amusant voorbeeld geven van die verwarring, afkomstig van de van oorsprong Russische, later Amerikaanse taalkundige Roman Jakobson. In een van zijn boeken vertelt hij van de verbazing van een Zwitsers Duitssprekende boerin dat sommigen van haar landgenoten kaas fromage noemden. ‘Käse,’ zei zij, ‘ist doch viel natürlicher.’

Woorden en beelden worden door ontzettend veel mensen sinds oer verward met dingen. Wij moeten daar gewoonlijk om lachen, tot je er goed over na begint te denken. Wij maken die fouten net zo goed. Iedereen maakt ze. Erger nog, de gedachten dat beelden werkelijkheid zijn en de werkelijkheid, wat dat mag zijn, zich daaraan vervolgens moet aanpassen is zo wijdverbreid dat we er voortdurend aan kapot gaan. Dan heb ik het nog niet over alle mensen die trappen in de trucs van de reclame of de utopieën van de politiek, ik heb het hier alleen over onze vrienden van de regulatureluur. Zij denken namelijk dat regels er zijn om de wereld vorm te geven.

Maar zo is het helemaal niet. Regels zijn er alleen maar omdat het zonder regels niet gaat, net zo min als het zonder woorden gaat. Maar eigenlijk zijn regels slechts wat Claude Lévi-Strauss bonnes à penser noemt, goedomtedenkertjes, eigenlijk bonnes à faire, handigomtedoenertjes, dat wil zeggen: gewoon instrumentjes die je nodig hebt omdat het zonder instrumenten niet gaat. Zoals woorden schroevendraaiers van de geest zijn, zijn regels schroevendraaiers van de daad. Niet minder maar zeker ook niet meer. Om die reden zeg ik steeds weer, veelal tot stomme verbazing van de regulatureluurders, dat regels geen andere functie hebben dan om te weten waar je van afwijkt. Maar je kunt net zo goed tot een goudvis zeggen dat hij hooi moet eten. Zinloos.

Hiermee ben ik bij het tweede onderwerp - tevens een, als je het zo mag noemen, dieper antwoord op de vraag waar, waarom & wanneer het fout is gegaan. Want regels of beter gezegd het sinds lang onnozele perspectief op regels is natuurlijk niet vanzelf ontstaan. Zoals zo vaak was de verandering ook dit keer weer een gevolg van ontwikkelingen op het gebied van macht. Ik kan er lang en kort over zijn. Ik zal het laatste doen. Ergens in het proces van schaalvergroting in de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw hebben de vanzelfsprekende leiders in het onderwijssysteem, degenen die onderwijzen dus, de teugels verloren aan mensen die van onderwijs geen fromage hebben gegeten maar juist om die reden des te beter weten hoe ze met allerlei nevenverschijnselen van het onderwijs moeten omgaan. Een van die nevenverschijnselen zijn regels. Meer dan dertig jaar later weten we dat dit een dwaalweg is. Te laat.

Is er nog hoop.? Ja en nee.

Nee want de hoeveelheid mafketels dat aan de knoppen van ons onderwijssysteem zit is dermate groot dat er zoiets als een ontslagtsunami moet komen om daadwerkelijke veranderingen te bewerkstelligen. 

Maar toch ook ja want zo kan het niet doorgaan - bovendien is optimisme een morele plicht. Uiteindelijk moet het dus wel ja zijn. Bij dat ja staat volgens mij maar één weg open: de terugweg ofwel schaalverkleining. Want zoals de schaalvergroting maakte dat de onderwijzers het touw uit handen werd genomen, zo zal de schaalverkleining maken dat ze het weer terug krijgen. Ik zal dat niet meer meemaken, althans niet bij de SVJ. Jou, Remko, zou waarschijnlijk hetzelfde overkomen zijn als je niet gekozen had voor, inderdaad, een veel kleinschaliger plek. Daarom heb je daar goed aan gedaan. Maar ernstig is jouw opstap wel want daardoor blijven op de SVJ steeds minder mensen die zijn wat elke journalist zou moeten zijn - en wat door de regulatureluurders, managers en andere kwaaksneutels natuurlijk niet op prijs wordt gesteld: een brandnetel in de billen van de samenleving.