Pagina's

vrijdag 24 juni 2016

Henk Hofland over protocolitis (avant la lettre)

Vorige week zaterdagochtend werd ik gebeld met het verhaal dat het slecht ging met Henk Hofland. Of ik een stuk wilde schrijven over zijn grote boek, Tegels lichten. Zo deed ik, het stuk staat in De Groene van deze week. Tijdens het schrijven van dat stuk realiseerde ik me pas hoezeer alles wat ik doe en denk in een traditie past - een traditie die in Tegels lichten fraai vertolkt wordt. Vandaar dat ik het stuk als volgt eindig:
Het zou, tot slot, de moeite waard zijn na te gaan of Hoflands analyse wellicht ook de meer recente geschiedenis geldt – de jaren Kok, Balkenende, Rutte. Eerlijk gezegd vermoed ik dat je een heel eind komt, zij het dat de motor van aanpassing in afgelopen decennia steeds meer bij anonieme in plaats van bij concrete autoriteiten is komen te liggen. Het zijn tegenwoordig immers niet zozeer de topmannen van partij en bedrijfsleven die via handjeklap de zaak in der minne schikken, het is een oneindige hoeveelheid regels, afspraken, protocollen en andere bureaucratische waanzinnen waardoor alles ‘geëgaliseerd’ lijkt te worden – lijkt. In feite gebeurt er, geheel in de lijn van Hoflands analyse, iets anders en is Nederland op oneindig veel plekken verstopt, letterlijk (alles ligt vast, zit vast, is stroperig, komt niet vooruit) en figuurlijk (je weet niet waar je ‘het’ zoeken moet). ‘Het spijt me, ik kan er ook niets aan doen maar zo zijn de afspraken/regels/protocollen’, aldus het standaardzinnetje waarmee de ‘voldongen feiten’ van tegenwoordig benoemd worden. Zo bezien krijgt Hofland met de centrale stelling van zijn boek wellicht nog wel meer gelijk dan hij ooit had kunnen vermoeden.