Pagina's

zaterdag 11 maart 2017

Conflictje - ofwel de nieuwe objectiviteit in het onderwijs

Collega Ad Franzen schreef onderstaand dialoogje over het, wat hij noemt, 'afschuwelijke fenomeen, dat ik tegenwoordig de opdrachten van de klassen van mijn collega moet nakijken en omgekeerd. Mijn managers zeggen ‘tja, het is hogeschoolbeleid’. Ik kan het echter nergens zwart op wit terug vinden.'




W: Ha Roestberg, goed dat ik je zie, heb je even tijd?

R: Nou, vijf minuten dan. Is het dringend?

W: Van teamleider Henk hoorde ik,
dat jij de opdrachten van mijn klassen beoordeelt. Heb je al tijd gehad om er naar te kijken? Hoe zagen hun rapporten eruit?

R: Ik heb er in het afgelopen weekend naar gekeken. Beide klassen waren dramatisch slecht. Ik heb nog nooit zulke slechte onderzoeksrapporten gezien. Van de twaalf groepen heb ik er twee een zes gegeven en de andere rapporten waren allemaal onvoldoende.

W: Weet je het zeker? De twee klassen die ik heb lesgegeven waren erg ijverig en hebben er keihard voor gewerkt. Heb je misschien andere klassen gecorrigeerd?

R: Even kijken. Ja, het zijn jouw klassen. De rapporten wemelden van de spel- en taalfouten en de onderzoeksopzet raakte kant noch wal. De onderzoeksvragen leken nergens naar. Het literatuuronderzoek was ook ver beneden peil; geen wetenschappelijke bronnen en de bronvermelding rammelde aan alle kanten

W: Luister eens even Roestberg, we hebben hier wel met eerstejaars studenten te maken. Je mag gewoon nog niet zoveel verwachten want dit is hun eerste kennismaking met onderzoek. In mijn lessen heb ik er niet zo de nadruk op gelegd dat het allemaal wetenschappelijke bronnen moesten zijn. Dat hoeft helemaal niet bij dit eerstejaars vak. En ze hebben toch hele leuke interviews gehouden. Daar hadden ze enorm veel plezier in.

R: Nee hoor Witvoet, die interviews, dat was gewoon bagger. De vragen die gesteld werden, waren helemaal niet gekoppeld aan de te meten concepten. Het was een hoop geouwehoer in de ruimte om het maar eens plat te zeggen. Tja, ik had eigenlijk nooit een hoge pet op van jouw onderzoekskwaliteiten. En jij geeft al jarenlang veel te hoge cijfers. Het is gewoon een feit Witvoet: jij hebt te weinig bagage om dit vak te kunnen geven!

W: Nou Roestberg, ik begin te begrijpen waarom er bij jou tegenwoordig zo weinig studenten in de les zitten. Die eisen, die jij stelt, zijn van universitair niveau. Dertig jaar geleden kwam jij daar nog mee weg, maar wij hebben tegenwoordig een ander type studenten. Je kunt dit niet maken. Dit gaat veel gezeik voor mij opleveren met mijn studenten. Je zet me compleet voor lul. Ik verzoek je dringend om de norm bij te stellen zodat 75% van de groepen een voldoende heeft.

R: Nee Witvoet, geen sprake van. We moeten selecteren in het eerste jaar. Misschien hadden je studenten beter gescoord als je niet twee weken op die conferentie in Helsinki had gezeten. Je hebt van die acht gemiste lesuren er geen enkele ingehaald.

W: Je zult hier meer van horen Roestberg. Ik ga dit bij Henk aankaarten en ik zal er persoonlijk zorg voor dragen dat je geen enkele les meer geeft in het eerste jaar. De collega’s in ons team zijn je sowieso spuugzat.

R: Als ik jou was zou ik maar niet zo hoog van de toren blazen Witvoet. Jij denkt zeker dat jij als grote studentenvriend alle kwaliteitseisen kunt negeren. Ik ga de rapporten van jouw klassen bij de Examencommissie inleveren met het verzoek om je te ontheffen van alle onderzoekscursussen. Nu ga ik naar mijn les. Tot later.