Pagina's

donderdag 10 april 2014

Klokkenluidersdilemma (2014)

Onlangs publiceerde ik in De Groene Amsterdammer een stuk over hetzelfde onderwerp waarover ik op deze plek ook al schreef: het InHolland-syndroom ofwel de neiging van hogeronderwijsinstellingen om uit angst voor toestanden als enkele jaren geleden bij InHolland steeds meer maatregelen te nemen, regeltjes in te voeren en het onderwijs te formaliseren, bureaucratiseren, ontmenselijken.

Een van de vele problemen van dit proces,
zo schreef ik ook in dat artikel, is dat de zaak langzamerhand zo (excusez le mot) ‘verontpersoonlijkt’ is dat je nauwelijks nog man en paard kunt noemen. Het is net alsof je de horizon probeert te bereiken: bij elke stap schuift hij op.

Vandaar ook dat mensen die hoog in de hiërarchische boom zitten het veelal zonder blikken of blozen met je eens kunnen zijn. Ook zij zijn tegen bureaucratisering, ontmenselijking, te strakke formalisering, zeggen ze, maar ja, zij hebben het niet bedacht. Dat komt door... de horizon ofwel het college van bestuur, Den Haag, ja zelfs de algehele maatschappelijke tendens. Vandaar en helaas, zo verzuchten zij vervolgens, dat er weinig tot niets aan te doen is.

Het een zowel als het ander is onzin. Er is altijd iets aan te doen en er zijn altijd verantwoordelijken. Hoe hoger in de hiërarchie, hoe groter de verantwoordelijkheid. Dat is een feit zoals het ook een feit is dat een eventuele verandering daar begint: aan de top. Zo lang die zich niet roert of, kwalijker nog, het proces versterkt dat (althans volgens mij) tegengegaan zou moeten worden, gebeurt er weinig tot niets.

Ondertussen zit de criticus wel met een dilemma. Dat de alomtegenwoordigheid van het bureaucratiseringsproces vooral het feilen van de uitvoerders zichtbaar maakt en dat het voor de hand ligt in de eerste plaats hen te bekritiseren. Dat doe je dan ook, het moet. Processen worden zoals gezegd altijd gedragen door personen. Tegelijkertijd weet je dat die uitvoerders niet meer zijn dan dat.

Gevolg is een dilemma: bekritiseer je de uitvoerders, dan sla je wellicht onder de gordel; sla je boven de gordel, dan sla je in de lucht; sla je niet, dan ben je een slapjanus of een collaborateur.

Er is nog slechts één andere mogelijkheid: dat je vindt dat het goed gaat ofwel, in dit geval, dat er van zoiets als een InHolland-syndroom geen sprake is. Dat vinden blijkbaar de meesten. Vandaar hun zwijgen.

(Trajectum van 10-4-2014)